De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina
afdrukken om de netwerkinstellingen voor de printer te bekijken. U kunt de
netwerkconfiguratiepagina gebruiken om problemen met de netwerkaansluiting op te
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
169
lossen. Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig deze pagina af te drukken voordat u
belt.
1
2
3
4
4
5
1.
Algemene informatie: informatie over de huidige status en het type actieve
verbinding van het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de
geïntegreerde webserver.
2.
802.3 vast: Informatie over de actieve vaste netwerkverbinding, zoals het IP-
adres, het subnetmasker, de standaard-gateway en het hardwareadres van de
printer.
3.
802.11 Draadloos (bepaalde modellen) Informatie over de uw draadloze
netwerkverbinding, zoals de hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de
standaard-gateway en het hardwareadres van het apparaat.
Hoofdstuk 9
170
Een probleem oplossen
4.
Diversen: Informatie over geavanceerde netwerkinstellingen.
•
Poort 9100: De printer ondersteunt het "raw" IP-afdrukken via TCP-poort
9100. Deze eigen TCP/IP-poort van HP op de printer is de standaardpoort
voor afdrukken. De poort is toegankelijk voor HP-software (bijvoorbeeld als
HP-standaardpoort).
•
LPD: Line Printer Daemon (LPD) verwijst naar het protocol en de
programma’s voor spooling-services voor de line-printer die op
verschillende TCP/IP systemen geïnstalleerd kunnen worden.
Opmerking De LPD-functionaliteit kan gebruikt worden met elke host-
implementatie van LPD die in overeenstemming is met het RFC 1179-
document. Het proces voor de configuratie van printerspoolers kan
echter verschillen. Raadpleeg uw systeemdocumentatie voor informatie
over de configuratie van deze systemen.
•
Bonjour: Bonjour-services (waarbij gebruik wordt gemaakt van mDNS
oftewel Multicast Domain Name System) worden meestal gebruikt bij kleine
netwerken voor IP-adressen en het herleiden van namen (via UDP-poort
5353) als er geen conventionele DNS-server wordt gebruikt.
•
SLP: Service Location Protocol (SLP) is een standaard internet-
netwerkprotocol dat een kader biedt waarmee netwerktoepassingen het
bestaan, de locatie en de configuratie van netwerkservices in
bedrijfsnetwerken kunnen ontdekken. Dit protocol vereenvoudigt detectie en
gebruik van netwerkbronnen, zoals printers, webservers, faxapparaten,
videocamera's, bestandssystemen, back-upapparaten (tapestations),
databases, adreslijsten, mailservers en agenda's.
•
Microsoft-webservices: Hiermee kunnen de protocollen voor WS-detectie
(Microsoft Web Services Dynamic Discovery) of WSD-afdrukservices
(Microsoft Web Services for Devices) die worden ondersteund op de printer,
worden in- of uitgeschakeld. Ongebruikte afdrukservices uitschakelen om
toegang via die services te voorkomen.
Opmerking Bezoek www.microsoft.com voor meer informatie over
WS-detectie en WSD-afdrukservices.
•
SNMP: SNMP (Simple Network Management Protocol) wordt gebruikt door
netwerkbeheertoepassingen voor het beheer van apparaten. De printer
ondersteunt SNMPv1-protocol op IP-netwerken.
•
WINS: Als u een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) in uw
netwerk hebt, haalt de printer automatisch het IP-adres van die server op en
registreert de printer de naam van die server bij elke dynamische
naamservice die voldoet aan RFC 1001 en 1002, zolang voor de WINS-
server (Windows Internet Naming Service) een IP-adres is gespecificeerd.
5.
Verbonden pc('s): In deze lijst worden de computers weergegeven die met deze
printer zijn verbonden en wordt aangegeven wanneer deze computers voor het
laatst met de printer hebben gecommuniceerd.
De netwerkconfiguratiepagina afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de
printer
Ga naar het beginscherm, raak de (rechterpijl:) aan en selecteer vervolgens
Configuratie. Raak Rapporten aan en selecteer Netwerkconfiguratiepagina.
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
171