Overige richtlijnen voor draadloze beveiliging
Volg de volgende richtlijnen om de veiligheid van een draadloos netwerk te waarborgen:
•
Gebruik een draadloos wachtwoord van ten minste 20 willekeurige tekens. In een draadloos
WPA-wachtwoord kunt u maximaal 64 tekens gebruiken.
•
Vermijd in een draadloos wachtwoord veelvoorkomende woorden of woordgroepen,
eenvoudige opeenvolgingen van tekens (zoals alleen enen) en persoonsgebonden
gegevens. Gebruik altijd willekeurige reeksen die zijn samengesteld uit hoofdletters en
kleine letters, cijfers en, indien toegestaan, speciale tekens zoals leestekens.
•
Verander het standaard draadloos wachtwoord dat de fabrikant heeft ingesteld en waarmee
de beheerder toegang heeft tot het toegangspunt of de draadloze router. Met sommige
routers kunt u ook de beheerdersnaam wijzigen.
•
Schakel indien mogelijk draadloze toegang voor het beheer uit. Als u dat doet, moet u de
router met een bekabelde Ethernet-verbinding aansluiten wanneer u configuratiewijzigingen
wilt doorvoeren.
•
Schakel indien mogelijk de toegang voor beheer via internet op de router uit. Met Extern
bureaublad kunt u een gecodeerde verbinding maken met een computer die achter de
router werkt en configuratiewijzigingen aanbrengen vanaf de lokale computer waartoe u via
internet toegang hebt.
•
Om te vermijden dat u per ongeluk toegang krijgt tot het draadloos netwerk van anderen,
schakelt u de instelling uit waarmee automatisch verbinding wordt gemaakt met niet-
gekozen netwerken. Deze optie is in Windows XP standaard uitgeschakeld.
Bijlage D
248
Netwerkinstallatie